Bij een mallet finger scheurt de strekpees los van de aanhechting van het bot van het laatste vingerkootje. Hierdoor kun je dit kootje niet meer zelf strekken.

Oorzaak
De strekpees kan scheuren als je de gestrekte vinger hard stoot, bijvoorbeeld bij het opmaken van je bed of bij het sporten. Daarbij kan ook een stukje bot afscheuren. Dan gaat het topje hangen en dit kun je dan niet meer strekken.

Verschijnselen
Een mallet finger geeft zwelling en pijn rondom het laatste vingerkootje.
Het topje van je vinger blijft in een gebogen stand staan en kun je niet meer actief strekken.
In het dagelijks leven stoot je je mallet finger makkelijk en blijf je snel achter iets haken.

Behandeling
Een mallet finger is met of zonder operatie goed te behandelen. Het doel van de behandeling is dat je je vinger weer actief kunt strekken en buigen.

Rust en handtherapie
De afgescheurde pees kan herstellen door spalk- en oefentherapie onder begeleiding van de handtherapeut.
Gedurende de eerste zes tot acht weken moet het topje van je vinger in een beschermend malletspalkje. Voor een optimaal herstel moet je de spalk dag en nacht dragen. De andere gewrichten kun je gewoon bewegen. Als het spalkje af en toe af gaat is het van belang dat het eindkootje niet wordt gebogen. Indien dit wel gebeurt moet de spalk therapie van begin af aan opnieuw worden gestart.
Daarna (na minimaal 8 weken) bouw je de spalktherapie af en start je met oefeningen waarbij je mobiliteit, belastbaarheid en kracht langzaam aan opbouwt.
Na ongeveer twaalf weken kun je alle dagelijkse handelingen weer verrichten.
Ook bij een goed resultaat zal vaak het eindkootje niet volledig meer worden gestrekt (vijf tot vijftien graden buigstand is acceptabel).

Operatie en handtherapie
Als behalve de strekpees ook een stukje bot is afgescheurd, kan een operatie nodig zijn. Dit is afhankelijk van de grootte van het botstukje en of je een open wond hebt.